Doe mij maar de springveer

Vro­lijk hup­pe­len twee peu­ters over het gras. Jay­ley en Cyen­na lij­ken als twee drup­pels water op elkaar, zijn 3 jaar oud en komen uit Heer­len. Jay­ley loopt voor het eerst op haar JUMP, die hele­maal naar wens is afge­maakt door pro­the­se­ma­ker Frank Jol. Ze heeft de kleur zelf mogen kie­zen: uiter­aard meisjesroze.

“Als ze de JUMP aan­heeft, is het dik­ke pret”, lacht moe­der Deni­ce van As. “Toen ze hem voor het eerst aan­had, liep ze er met­een op weg. Natuur­lijk was het even wen­nen, maar het is fan­tas­tisch om te zien als ze ermee aan het spe­len is. Ze kan ren­nen, ravot­ten, op de tram­po­li­ne … eigen­lijk alles. En nu het mooi weer is, kan ze er zelfs mee in het water. Dat ging met haar nor­ma­le pro­the­se niet. Als die nat werd, ging het schim­me­len. Dus moest ze zon­der pro­the­se zwem­men. Dat kan pri­ma in een diep zwem­bad, maar ze spe­len graag samen in een kin­der­bad­je, of op het strand als we op vakan­tie zijn. En ze kan natuur­lijk niet lopen op haar stomp. We krij­gen geen bad­pro­the­se ver­goed, dus is ze qua zwem­men eigen­lijk beperkt. En dat wil je als ouders niet.”

Jay­ley werd op 15 april 2018 samen met haar twee­ling­zus­je Cyen­na gebo­ren. Al bij de twin­tig­we­ken­echo was dui­de­lijk dat er iets mis was met haar lin­ker­been. Een vlies in het vrucht­wa­ter zat om haar been, waar­door het werd afge­kneld. Er was een breuk te zien, maar pas na de geboor­te werd dui­de­lijk wat er pre­cies aan de hand was. Jay­ley had wel een lin­ker­voet, met vijf tenen, maar de bot­ten waren niet ont­wik­keld. Ouders Deni­ce en Desley beslui­ten na aller­lei onder­zoe­ken en op advies van een Ame­ri­kaan­se arts dat ampu­ta­tie het bes­te is. Geen mak­ke­lij­ke keu­ze. Een paar maan­den later krijgt Jay­ley haar eer­ste pro­the­se. Ze heeft tot dat moment nog nooit gelo­pen, maar staat op en loopt weg.

“Elke och­tend zegt Jay­ley: “Doe mij maar die springveer!”.”

“Na een tijd­je ging het toch niet hele­maal lek­ker met die pro­the­se”, blikt vader Desley Kre­win­kel terug. “Ze liep gewoon niet goed, had snel pijn aan haar stomp. Als ouders wil je het maxi­ma­le voor je kind, je wilt niet dat ze op wel­ke manier ook beperkt wordt. En dat was ze met die pro­the­se dus wel. En dus ble­ven we ver­der zoe­ken. Zo kwa­men we bij de Men­te­li­ty Foun­da­ti­on terecht, met het ver­haal over de JUMP. Dat von­den we erg inte­res­sant, dus heb­ben we gelijk gebeld. Niet veel later waren we bij pro­the­se­ma­ker Frank Jol. Dat was in een klap een enor­me ver­an­de­ring. Sowie­so: Jay­ley had nog nooit iemand met een been­pro­the­se gezien en toen we bij Frank waren, was Team Para Atle­tiek daar aan het trai­nen. Dat zijn ineens heel veel been­pro­the­ses bij elkaar. Ze leef­de hele­maal op, vond het gewel­dig. Ze liep alleen maar te lachen, als­of ze ineens besef­te dat ze niet de eni­ge is.”

 Jay­ley en haar twee­ling­zus­je Cyenna

Deni­ce vult aan: “Sinds ze de JUMP heeft, is er echt een last van onze schou­ders geval­len. Het is een enorm ver­schil met alles hier­voor. Het is voor het eerst sinds de geboor­te weer rus­tig in ons hoofd, we heb­ben alles onder con­tro­le. Er komt in die tijd zoveel op je af. Tot nu toe was het steeds zoe­ken naar bete­re oplos­sin­gen, steeds weer zie­ken­hui­zen en dok­ters bezoe­ken. Daar­door bleef Jay­ley een pati­ënt en dat is ze nu totaal niet meer. Nu is haar pro­the­se gewoon onder­deel van haar. We hoe­ven niet meer te den­ken: moe­ten we ver­der zoe­ken? Kan het nog beter? We zit­ten nu op de juis­te plek.” 

“Bin­nen­kort gaan ze samen naar de peu­ter­speel­zaal en dan moet Jay­ley zich ook zelf kun­nen red­den met haar pro­the­se. We weten nu dat ze dat kan. Elke och­tend mag ze zelf kie­zen wel­ke ze aan wil: de ‘nor­ma­le’ of de JUMP. Bij­na altijd zegt ze: ‘doe mij maar de spring­veer’. Zo noemt ze hem. En ook Cyen­na is ont­zet­tend blij dat haar zus nu lek­ker mee kan ren­nen en spe­len. Jay­ley is min­stens zo snel en behen­dig. En dat ziet haar zus­je ook. Ze vroeg laatst zelfs: ‘mama, waar­om heb ik eigen­lijk niet zo’n stomp?’”

Tekst: Robin Wub­ben
Foto: Mathil­de Dusol