Luut Schellekens

“Iemand met een beenprothese ís niet zielig”

“Mijn pro­the­se­ma­ker was behoor­lijk con­ser­va­tief: wat werkt dat werkt, en dat hou­den we zo”, ver­telt Luut Schel­le­kens. Ze werd gebo­ren met een ver­kort rech­ter­been. ‘En van dat con­ser­va­tie­ve houd ik niet. Ik zocht iemand die mee wil­de den­ken en nieu­we tech­nie­ken wil­de pro­be­ren. Zo kwam ik in 2021 op het Pro­the­se­fes­ti­val terecht.’

De 35-jari­ge Ven­lo­se – gebo­ren met een ver­kort rech­ter­been en dus al haar hele leven pro­the­se­ge­brui­ker – raak­te op het Pro­the­se­fes­ti­val in gesprek met pro­the­se­ma­ker Frank Jol en Edwin Spee van de Men­te­li­ty Foun­da­ti­on, doet wat sport­cli­nics mee met Team Para Atle­tiek en merkt: er is veel meer moge­lijk dan ze op dat moment weet. “Ik sport­te al een paar jaar inten­sief, maar had nog steeds een vrij sim­pe­le pro­the­se, die niet op sport gericht was. Frank maakt juist pro­the­ses die pas­sen bij een hoger acti­vi­teits­ni­veau, dus ben ik bij hem terecht­ge­ko­men in het Re-abled-pro­ject. Eerst een week, om mijn pro­the­se hele­maal naar wens aan te meten. Elke dag ging hij een beet­je sleu­te­len, ging ik met de fysio aan de slag en ging ik trai­nen. Om te zien wat er goed ging, wat niet, en wat er aan­ge­past moest worden.”

Waar ze eerst een koker had die tij­dens het spor­ten schuur­de in haar lies, is de koker die Frank Jol haar aan­meet veel kor­ter en dus is het schu­ren ver­le­den tijd. “Maar het belang­rijk­ste is wel dat ik anders moet leren lopen”, zegt ze. “Voor het eerst in mijn leven moet ik spie­ren in mijn rech­ter­been gebrui­ken die ik nog nooit heb gebruikt. Mijn loop­pa­troon moet anders en mijn been moet ster­ker wor­den. Ik ben konin­gin in com­pen­se­ren, haal­de altijd alle kracht uit mijn rug, of uit mijn romp, maar dan krijg ik daar weer last van.  Met het team van Frank ben ik bezig om te bepa­len wel­ke oefe­nin­gen nodig zijn om het been te trai­nen, zodat ik wél goed ga lopen.”

Ik wil mijn pro­the­se als kracht en iets posi­tiefs leren zien in plaats van een belem­me­ring

Luut heeft nu een pro­the­se waar ze ook mee kan spor­ten. Een ech­te sport­pro­the­se zit in de plan­ning, maar eerst moet haar been ster­ker wor­den en moet ze goed met haar dage­lijk­se pro­the­se kun­nen lopen. Boven­dien: die sport­pro­the­se wordt niet ver­goed door haar ver­ze­ke­ring, dus is ook de finan­cie­ring nog een uit­da­ging. Toch wil de Lim­burg­se niet kla­gen: “Ik merk dat er bij het Re-Abled-pro­ject naar meer wordt geke­ken dan alleen naar je pro­the­se of hulp­mid­del dat je gebruikt. Ze kij­ken ook naar hoe je met het hulp­mid­del omgaat, zowel fysiek als men­taal. Door mid­del van manu­e­le- en fysi­o­the­ra­pie, maar ook men­ta­le bege­lei­ding.”. Daar­naast heeft Luut het gevoel dat er nu beter naar haar wen­sen wordt geluis­terd. “Er wordt echt naar mij als per­soon geke­ken in plaats van dat het om de tech­niek van een pro­the­se gaat.” Ze hoopt dat ze door de bege­lei­ding anders naar zich­zelf en haar pro­the­se leert kij­ken. “Ik wil het als kracht en iets posi­tiefs leren zien in plaats van een belem­me­ring of last. Ik wil nu gewoon zo goed moge­lijk leren bewe­gen en lopen op een pro­the­se die daar ook geschikt voor is.” 

Of er nog iets te wen­sen over is? Mis­schien wel. Luut ver­telt: ‘Mijn vori­ge pro­the­se had een cover van vlees­kleu­rig schuim, waar­door het meer weg had van een echt been. Nu is mijn koker zwart en zit er geen cover over­heen. Aan de ene kant is het met­een dui­de­lijk dat het een pro­the­se is, maar het is ook wel eens con­fron­te­rend. Ik kijk naar bene­den en zie dan een ijze­ren staaf in plaats van twee kui­ten. Mis­schien moet ik er gewoon aan wen­nen – al blijf ik altijd zoe­ken naar nieu­we, bete­re technieken.’

Wat vol­gens haar ook belang­rijk is, is dat ver­ha­len zoals dat van haar, ver­teld wor­den. ‘Dat wil ik ook gaan doen in een pod­cast voor en door been­pro­the­se­ge­brui­kers, met als doel om ande­ren te laten zien wat er moge­lijk is; om het taboe rond pro­the­ses te door­bre­ken. Te vaak wor­den pro­the­ses door “het gro­te publiek” nog gekop­peld aan men­sen die oud, gehan­di­capt en dus zie­lig zijn. Ik wil laten zien en horen dat dat abso­luut niet zo hoeft te zijn.’

Tekst: Robin Wub­ben
Foto’s: Mathil­de Dusol